Op het LAFF 2013 was de al eerder op het IDFA vertoonde Braziliaanse documentaire Doméstica (Brazilië, 2012) van Gabriel Mascaro te zien, over het fenomeen van de Braziliaanse huishoudelijke hulp. In de documentaire tonen zeven tieners uit verschillende lagen van de Braziliaanse samenleving een portret van hun huishoudelijke hulp, en haar plek in hun huis en hart. Dit doen ze onder begeleiding van regisseur Mascaro, aan de hand van vragen en beeldmateriaal.
Zeven verhalen krijgt de kijker te zien. Zeven huishoudelijk werkers (zes vrouwen en één man) – in interactie met de gezinnen waar ze werken en in het bijzonder met deze kinderen – beelden met hun verhalen verscheidenheid uit, maar ook, misschien juist voornamelijk, een vorm van gelatenheid die met het vanzelfsprekende van hun situatie komt; het is nu eenmaal zo. Deze vanzelfsprekendheid is overigens ook aan de tieners te merken, die zich op geen enkel moment geroepen voelen de kijker uit te leggen waarom ze een hulp hebben. Rijke gezinnen, middenklasse- en arme gezinnen, mensen uit de grote maar ook minder grote steden, traditionele en jonge moderne gezinnen, met typische en atypische samenstellingen. Jongere en oudere domésticas, de meeste vrouw, maar ook één man. Sommigen meer opgenomen in de familie dan andere, de één met zwaardere taken dan de ander. Allen vertellen slechts een verhaal, zonder oordeel te vellen.
Met deze terughoudende, neutrale weergave confronteert de documentairemaker de kijker met de vanzelfsprekendheid van de diep verankerde en geaccepteerde traditie waarin twee groepen in volstrekt scheve verhouding leven: de baas en de dienstplichtige tweederangsburger; de hulp. De documentaire gaat verder en laat zien dat de bazen in dit geval niet alleen de kostwinnaars zélf zijn, maar ook hun kinderen. In de omgang met de hulp, hoewel respectvol en soms zelfs liefdevol, gedragen deze kleine baasjes zich volledig bewust van hun (aangeboren) autoriteit, bijna met een, net niet merkbaar, eigendomsgevoel. Dit alles wordt heel subtiel neergezet, en is daarom des te treffender.
De segregatie binnen het huishouden wordt door de “documentairemakertjes” en hun hulpen bijna onbewust tentoongesteld, als getoond wordt waar de hulp eet, slaapt en haar spullen houdt. Hoe sommige gezinnen ook hun best doen de hulp als lid van het gezin af te beelden (of misschien juist daarom), in de finesses is een ruimtelijke segregatie merkbaar. Bepaalde verhalen blijven erg hangen. Zoals die van de hulp in dienst van een alleenstaande moeder die zelf ook hulp is bij een ander, rijker gezin. De eerste heeft door mishandeling van haar ex-man nooit kinderen mogen hebben en zorgt nu liefdevol voor die van haar werkgeefster. Of het verhaal van een man boven de vijftig, die van zijn gezin scheidt en op straat belandt, om vervolgens door een vriendin als huishoudelijke hulp in dienst te worden genomen. Of de hulp en haar bazin, beiden in de vijftig, die als kind onafscheidelijke speelkameraadjes waren. Het zijn stuk voor stuk verhalen die vertederen en tegelijk feilloos de complexiteit van dit fenomeen weergeven.
Hoewel de documentaire uitsluitend over de dienstmeid in Brazilië gaat, is de traditie van een of meerdere hulpen aan huis overigens in vrijwel heel Latijns-Amerika wijdverbreid. Op woensdag 3 april 2013 luidt de titel van een artikel in NRC Handelsblad: “Brazilië schaft de slavernij voor de vrouw nogmaals af”. Hier wordt aangekondigd dat dienstmeisjes en ander huishoudelijk personeel in Brazilië wettelijke bescherming in de vorm van onder andere een minimumloon en vrije dagen krijgen. Tegelijkertijd vraagt het artikel zich af in hoeverre deze veranderingen iets zullen veranderen aan de impliciete verhoudingen tussen hulp en werkgever. Na het kijken van deze documentaire neig ik me hetzelfde af te vragen, maar realiseer me dankzij Mascaro’s krachtige werk dat de verhouding tussen de doméstica en haar huishouden er één is die niet enkel zwart of wit valt uit te leggen.
reageren