Latijns-Amerika magazine.
 

Jetske in Nicaragua

31-03-2012 door Jetske Hijlkema 1 reactie

Jetske Hijlkema woont sinds juli 2011 in Nicaragua, waar ze werkt als algemeen coordinator voor een onderwijsproject. Voor conSentido zal ze regelmatig schrijven over haar ervaringen. 

Wie ben ik?
Mijn naam is Jetske Hijlkema (1982) en zoals mijn naam al doet vermoeden ben ik afkomstig uit Friesland. Voor mijn studie Hogere Europese Beroepen Opleiding (2007) ben ik naar Den Haag vertrokken en na deze studie naar Amsterdam waar ik een pre-master Internationale Betrekkingen (2009) heb gevolg en een master Latijns-Amerika Studies (2010).

In 2007 kwam ik voor het eerst in Nicaragua door deelname aan de bouwbrigade van de Stedenband Den Haag-Juigalpa en in de daaropvolgende jaren is er geen jaar voorbij gegaan dat ik niet in Nicaragua ben geweest. Zo heb ik 2008 een gehandicaptensportproject begeleid, in 2009 de 14e bouwbrigade die meehielp aan de bouw van de bibliotheek en heb ik in 2010 drie maanden veldwerkonderzoek verricht voor mijn masterscriptie. Het thema van mijn masterscriptie was de invloed die de persoonlijke ervaringen van jonge Sandinisten tijdens de revolutie hen, drie decennia na de triomf van de revolutie, beïnvloedden in hun huidige politieke affiliatie. Een actueel thema aangezien het Sandinistisch Front voor de Nationale Bevrijding (Frente Sandinista de Liberación Nacional, FSLN) de presidentsverkiezingen van 2011 heeft gewonnen.

Na mijn afstuderen, heb ik nog een aantal maanden in Nederland als secretaresse gewerkt, maar ik merkte dat het erg moeilijk was – om in deze tijden van crisis – een baan te vinden die bij mijn opleiding en interesses past. Ik heb daarom de beslissing genomen om in juli 2011 naar Nicaragua te vertrekken en daar een baan gaan zoeken. Een belangrijke rol in deze beslissing is mijn Nicaraguaanse vriend Isaac geweest. Na een vruchteloze zoektocht van een half jaar, ben ik sinds januari 2012 als algemeen coordinator voor een educatief project werkzaam bij de Nationale Autonome Nicaraguaanse Universiteit (Universidad Nacional Autónomo de Nicaragua, UNAN) bij de regionale faculteit in Juigalpa. Het is ook de bedoeling dat ik les ga geven, maar hoe of wat is op dit moment onzeker. 

Mijn werk in Nicaragua
Zoals ik al kort in mijn introductie vertelde, werk ik bij de UNAN als algemeen coordinator voor een onderwijsproject. Ik ben verantwoordelijk voor de drie fases van het project; het onderzoek, de uitvoering en het zoeken van fondsen. In totaal zal het project een jaar in beslag nemen. Het project, dat ik ´Laat hen Groeien´ heb gedoopt, is een samenwerking tussen het departement van het Ministerie van Onderwijs (Ministerio de Educación, MINED) in Chontales (waar Juigalpa de hoofdstad van is) en de UNAN. Het project kan geplaatst worden in het kader van ´kwaliteitsonderwijs voor ieder´ en de transformatie van het onderwijsplan onder de huidige regering.

Wat betreft primair en secundair onderwijs, valt er nog veel te behalen in Nicaragua. Er spelen verschillende factoren mee die allemaal een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van het onderwijs en het verbeteren hiervan een complex vraagstuk maken. Zo is het opleidingsniveau van de lokale PABO op gelijk niveau als middelbaar onderwijs, zitten er vaak 40 kinderen in de klas, zijn het aantal lesuren beperkt (door het gebrek aan scholen zijn er dagelijks twee ´toeren´, kinderen die ´s ochtends les krijgen en kinderen die ´s middags les krijgen. Dit middel wordt ook gebruikt om kinderen die werken, toch in de schoolbanken te krijgen), en spelen de sociaal-economische factoren een belangrijke rol. Omdat het onderwijsniveau zo slecht is, zijn ouders vaak niet in staat om thuis ook een leeromgeving te creeëren. Zo wordt er weinig voorgelezen en is de tv het middelpunt van de familie.

Het project ´Laat hen Groeien´ werkt dan ook in de gebieden waar er wél een verschil kan worden gemaakt. In de eerste plaats doordat docenten extra worden opgeleid, wat sowieso al een verbetering is én in de tweede plaats omdat het in die gebieden werkt die een positieve invloed hebben op het leren van kinderen zoals het schoolklimaat en het verminderen van de sociaal-economische context.

Werken in Nicaragua
Na drie maanden kan ik stellig beweren dat werken in Nicaragua een stuk anders is dan werken in Nederland. Waar in Nederland met strakke deadlines wordt gewerkt, overheerst in Nicaragua het idee dat ´wat morgen kan, vandaag niet hoeft´. Het levert soms frustraties van mijn kant op omdat er dingen zijn die volgens mij heel snel moeten kunnen, maar in Nicaragua dus niet. Zo heb ik twee maanden moeten wachten op een afspraak met de gedelegeerde van het Ministerie van Onderwijs (Ministerio de Educación, MINED) voor het departement Chontales, waar Juigalpa de hoofdstad van is. Ik heb al die tijd het hoofd van het departement voor Educatieve en Humanistische Wetenschappen gestalkt, we noemen hem R., omdat hij verantwoordelijk was voor het maken van de afspraak. Tijdens elk bezoekje van mijn kant werd ze gebeld, maar steeds zonder resultaat. Uiteindelijk maar besloten om het heft in eigen handen te nemen, wat in een viertal vruchteloze bezoekjes aan het MINED heeft geleid. Haar secretaresse gaf telkens aan dat ze “misschien morgen wel aanwezig was”. Na mijn vierde bezoek gaf R. aan dat hij een afspraak met haar had gemaakt nadat hij haar ´geheime´ telefoonnummer had achterhaald en gebeld. En zo vond de afspraak drie weken geleden plaats.

Er werd ruimweg de tijd genomen voor het gesprek – wat weer een gigantisch voordeel voor Nicaragua is – en we hebben het project tot in de details besproken. Helaas bleek dat de gedelegeerde een heel ander soort doelgroep voor ogen had – pedagogische adviseurs, schooldirecteuren  en een select groepje docenten – in plaats van de lagere en middelbare schooldocenten die volgens ons een specialisatie moeten krijgen. Haar idee was om via hen de lagere en middelbare schooldocenten te trainen terwijl daarmee voor ons de controle op de kwaliteit een stuk minder wordt. Het blijkt maar weer dat het erg belangrijk is om met elkaar over elk detail te spreken en er zal nog veel gediscusieerd moeten worden om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen al gaat dat weer een stuk makkelijker hier dan in Nederland. Helaas is er na drie weken nog weinig vooruitgang geboekt omdat mijn bijgewerkte projectplan ergens in de hoogte blijft hangen. Gisteren maar weer eens geprobeerd om e.e.a. te pushen.

Een ander voorbeeld van de mañana-mentaliteit in Nicaragua is het feit dat ik nog steeds geen contract en salaris heb. Hoewel het bewonderingswaardig is dat daar drie maanden de tijd voor nodig is, beginnen mijn zorgen toch wel te overheersen. De faculteit van hier kan er weinig aan doen omdat personeelszaken in Managua is gevestigd en ik heb het idee dat ze ook wel aardig aan het pushen zijn geweest. Maar wat mij betreft nog niet hard genoeg. Het is volgende week Semana Santa en dan zijn we allemaal een week vrij. Ideaal om naar het strand te gaan omdat de zon de laatste tijd behoorlijk fel is. Zoals het er nu uitziet, kunnen we nergens naar toe omdat er geen geld is. Reden voor mij om binnenkort een knoop door te hakken: of ze betalen me z.s.m. of ik ga binnenkort weer terug naar Nederland. Laten we hopen dat het niet zover komt omdat ik mijn baan super vind, Nicaragua nog steeds een geweldig land vind en Isaac nog steeds heel erg lief, maar ook hier kan, net als in Nederland, niet van de lucht geleefd worden.

reacties (1)

  1. 18-04-2014, 20:09

    Judith de klerk

    Beste Jetske,
    Ik lees net jouw artikel uit 2012 en ben op zoek naar een onderwijs project in Nicagragua. Ik werk 25 jaar in het (speciaal) onderwijs en theater in Amsterdam . Ken jij een organisatie?

reageren